KCW is een verzamelnaam voor warmtesystemen die kleiner zijn dan 1500 aansluitingen. Ze zijn er in verschillende vormen en maten. Zo zijn ze geschikt voor enkele (gestapelde) woningen of aaneengeschakeld voor een groot gebied. Er wordt daarbij gekeken welke bronnen in de omgeving beschikbaar zijn, zodat het systeem daarop aangesloten wordt. Denk daarbij aan bodemenergie, zonnewarmte of warmte uit de plas om de hoek (aquathermie).
Uit diverse analyses blijkt dat kleine collectieve warmtesystemen zo’n 25 tot 30% van de oplossing gaan zijn. KCW’s spelen zo’n cruciale rol binnen de warmtetransitie omdat ze flexibel en snel inzetbaar zijn. Ze bieden bovendien mogelijkheden om in bestaande woonwijken zonder uitgebreide infrastructuur toch snel te verduurzamen. Bij de beslissing welke oplossing waar komt, is het goed te streven naar de laagste nationale kosten over de gehele keten. Het is daarnaast essentieel om rekening te houden met factoren als de benutting van het potentieel van (lokale) bronnen, de fysieke ruimte en de milieuruimte, bijvoorbeeld op het gebied van geluid.
Kleine collectieve warmtesystemen zijn de oplossing bij:
Zijn een of meerdere van bovenstaande van toepassing op een project, dan biedt een klein collectief warmtesysteem potentieel de oplossing. Neem voor meer informatie over kleine collectieve warmtesystemen en hoe deze op uw project toepasbaar zijn, contact met ons op.
Gezien de cruciale rol die KCW’s spelen in de warmtetransitie, is het essentieel dat bij het bepalen van het beleid passende ruimte is voor deze oplossing. Zo zorgen we met elkaar dat we stappen kunnen blijven zetten in de warmtetransitie en houden we duurzaam verwarmen haalbaar en betaalbaar. Wat is daar dan voor nodig?
Onder de Wcw beoordeelt de gemeente (het College) aanvragen voor ontheffingen voor KCW. Hoewel elke gemeente de vrijheid heeft om eigen processen, beoordelingskaders en voorschriften te hanteren, biedt het voor KCW kansen om te streven naar een eenduidige aanpak. Momenteel zijn de uitvoeringslasten voor het onderdeel van de warmtemarkt dat met KCW wordt ingevuld, disproportioneel hoog. Door de grote rol die KCW’s spelen in de warmtetransitie, kan het standaardiseren van een ontheffingsaanvraag, het behandelingsproces, het beoordelingskader en de voorschriften, helpen om efficiënter en voorspelbaarder KCW te realiseren. Er moeten immers duizenden KCW-projecten komen, die allemaal een ontheffing nodig hebben. Door eenduidigheid wordt ook het beheersen van ontheffingen die zijn verleend, eenvoudiger.
Momenteel ligt de focus in het beleid vrijwel uitsluitend op het realiseren van de laagste nationale kosten. Het is nuttig te onderzoeken in hoeverre kleine collectieve warmtesystemen voldoende in deze analyses zijn meegenomen, zoals die van het PBL. Het criterium van ‘laagste nationale kosten’ weerspiegelt daarnaast niet alle relevante factoren die van invloed zijn op de keuze van de juiste techniek voor een specifieke locatie. Denk hierbij aan het optimaal benutten van bronpotentieel, het efficiënt omgaan met schaarse ruimte in de fysieke leefomgeving, de behoefte aan koeling en het verlangen naar snelheid. Voor lokale overheden is het een aanzienlijke uitdaging om deze afwegingen te maken. Daarom is het belangrijk om hen te ondersteunen bij deze complexe afwegingen, zodat KCW een waardevolle plaats kan krijgen in het bredere palet van warmtetechnieken.
In de tweede fase van de tariefregulering worden de tarieven gebaseerd op kosten. De bijdrage aansluitkosten (BAK) lijkt in die fase te verdwijnen. Dat is een gemiste kans! Op dit moment concurreren aanbieders van KCW op basis van de BAK. Ze maken allemaal een voorstel voor een KCW voor het betreffende project, en degene die dat het beste kan invullen voor de scherpste prijs, die wint. Deze concurrentie stimuleert kostenefficiëntie op een natuurlijk wijze. Afschaffing van de BAK leidt er in de eerste plaats toe dat de eindgebruikers alle kosten dragen. Bovendien moeten er kunstmatig nieuwe efficiëntieprikkels worden gecreëerd. Dat is niet alleen zeer complex, mede gezien de diversiteit van KCW, maar ook tijdrovend. Bovendien is het de vraag of een kunstmatige prikkel hetzelfde resultaat oplevert als een concurrerende markt. Het behoudt van de BAK kan de kostenefficiëntie bevorderen en tegelijkertijd innovatie en kwaliteit stimuleren in de sector.
Het overgangsrecht voor kleine collectieve warmtesystemen is momenteel onduidelijk, met verschillende interpretaties van diverse overheden. Dit kan leiden tot verwarring, extra kosten en kan daardoor de investeringsbereidheid verminderen. Het is belangrijk om (KCW-)bedrijven en overheden uit te leggen hoe het overgangsrecht werkt. Het is daarnaast cruciaal om gemeenten te ondersteunen met een duidelijke leidraad voor bestaande projecten, zodat er niet teveel tijd en energie naar die projecten hoeft en we alle focus kunnen richten op de toekomst. Door het overgangsrecht te verduidelijken, kunnen we ervoor zorgen dat de implementatie van KCW soepeler verloopt, zonder dat dit leidt tot extra uitvoeringslasten of kosten.
Meer weten over kleine collectieve warmtesystemen, hoe ze kunnen bijdragen aan de warmtetransitie en wat er voor nodig is om de vaart erin te houden? Neem gerust contact met mij op.
Jinny Moe Soe Let Directeur Markt en Regelgeving
Om je beter te helpen gebruiken wij cookies. Naast functionele cookies, plaatsen we ook analytische cookies om onze website te verbeteren. Meer weten? Lees ons cookie- en privacybeleid.
Je kunt je voorkeuren aanpassen of meer informatie bekijken.
Zet je categorieën uit, dan kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet meer goed werken. Je kunt altijd op een later moment jouw voorkeuren aanpassen. Bekijk ons cookie statement.